NAPOLEON'S SEKREET
Rotterdammertje
Na het bombardement van Rotterdam in mei 1949, wordt een aktie ontketend om kinderen van de slachtoffers tijdelijk elders onder te brengen. Mijn zussen krijgen het voor elkaar, dat ons gezin een meisje opneemt. Zomer 1940 komt 'n Rotterdammertje bij ons in huis. Het 13-jarig evacueetje heet Henny en heeft de leeftijd van mijn jongste zus. Ze blijkt achteraf gelukkig niet uitgebombarderd te zijn, maar ze is daarom niet minder welkom. Het moet voor een stadsmeisje anno 1940 een hele overgang geweest zijn. Vanaf een bovenhuis naar een boerderij in de Vesting Naarden. Onze boerderij was een van de achttien die tussen de woonhuizen in de smalle straatjes stonden. De bebouwde kom binnen de vestingwallen was een apart wereldje. In vele opzichte vormde het een armelijk ouderwets reservaat temidden van welvarende villawijken. De getrouede vrouwen sprak men aan met juffrouw , uitgezonderd de echtgenotes van de notabelen en/of de forenzen uit de villawijken. Veelvuldig waren de onverklaarbaar bewoonde woningen. Boven de deur van zo'n krot hing een groot wit bord met zwarte letters met de misleidende tekst: ONBEWOONBAAR VERKLAARD.
Vesting boerderij.
Bij onze bouwvallige 17e eeuwse boerderij ontbreekt het bord. Onze houtwurmen houden elkaar bij de hand om hun voedselbron niet te laten instorten. Voedsel genoeg in het zware eiken gebinte van de hoge kapconstructie. 's Winters als het sneeuwt, moet er sneeuw geruimd worden .... op de vliering, hooizolder en hilder. Bij sneeuwjacht wordt de stuifsneeuw tussen de open dakpannen naar binnen geblazen. Het gebouw is wel schilderachtig. Verschillende kunstschilders hebben de achterzijde vereeuwigd, met de toren van de Grote kerk als achtergrond. De boerderij van 26 X 13 meter, bestaat vooral uit de koeienstal en hooischuur. Het woongedeelte, met een 19e eeuwse indeling, is maar klein. Er zijn drie bedsteden, waarvan er maar een als slaapplaats dient. Mijn ouders slapen in de opkamer met wit gekalte muren en een tegelvloer. Onder die vloer ligt de gewelfde kelder, gevuld met weckflessen en grote keulse potten. Er is een voorkamer, die hoewel geen pronkkamer, zelden gebruikt wordt. Gehuisd wordt in de donkere achterkamer, het daglicht komt doore een raam met kleine sponningen. In het keukentje is geen kraan of pomp. Buiten op het ruime erf is wel een grote houten pomp met koperen tuit en een regenwaterput. Ook staan hier de bijgebouwen, een grote wrakke schuur en een melkhok met aangebouwd afdak.
Wasfornuis en plee
Onder het afdak staat een ouderwets stenen wasfornuis met ingemetselde halfronde ketel. Zacht waswater wordt met een akertje uit de waterput opgehaald en tien meter verderop in de ketel gegooid. Gestookt wordt met takkenbossen en afvalhout. Naast het wasfornuis, achter een scheefgezakte deur, bevindt zich de plee. In dit hokje staat de poepdoos, een houten zitkist met een rond gat. De ruimte is goed geventileerd door de kieren tussen de planken van de wanden. Een bezoek eraan in de winteravonden is geen genoegen. Het is een hele expeditie, gewapend met een brandende kaars in een blaker, wel 12 meter over het spiegelgladde erf. Op zo'n koude avond is mijn broer met een flakkerd kaartsje op de plee aangeland. Daar veroorzaakt hij paniek bij de buren. De buurvrouw, in de naastgelegen tuin, ziet vlammen oplichten achter de houten wand en roept: "Brand!". Mijn broer dooft snel de kaars en houdt zich stil. De buren gaan met een knijpkat-lantaarn op zoek naar de vlammen!
Valse romantiek.
Niet alleen de woon- en werkruimte ademt de oude tijd. Oudjes vertellen over gebeurtenissen die zij alleen uit overlevering kennen. Verhalen teruggaand tot aan de Franse tijd. Mijn grootmoeder vertelt hoe tijdens het beleg van Naarden (1813) Franse soldaten het nabij gelegen Bussum plunderden. Bij haar grootvader's knecht werden zelfs de zilveren knopen van zijn broek gerukt. Als een oud-tante op haar praatstoel zit, komt het bezoek van Napoleon aan Naaren ter sprake. Er doet ook een verhaal de ronde over de vrouw van koning Willem I. Zij zou, bij het tolhuis aan de Amersfoortse straatweg, een sanitaire noodstop gemaakt hebben. De po waarin zij plaste, kreeg bij de tolgaardersfamile eenn ereplaats.
In deze voor haar sterk verschillende omgeving, belandt nu ons Rotterdammertje. Henny ziet romantiek in wat wij als dagelijkse werkelijkheid ondervinden. Dat valse beeld onderkennen de boeren allang voor het typetje van Paul van Vliet. Paul laat een boertje zeggen: "Dat zijn leuke dingen voor de mensen". Op de boerderij camping speelt de man
steeds in op de romantische voorstellingen over boeren door buitenataanders.
Als mijn vader het meisje de poepdoos wijst, verzint hij ter plekke een fabeltje. Hij wil het geval enig cachet geven, omdat ons hele gezin zich ervoor geneert. De fabel is waarschijnlijk geent op 'n variant van de koninklijke pispot. Vader maakt het meisje wijs, dat Napoleon op deze poepdoos heeft gezeten. Dat zou gebeurd zijn tijdens diens inspctie van de vestingwerken. Op Henny maakt dit verhaal blijkbaar diepe indruk. Jaren later, volwassen geworden en getrouwd, brengt Henny met haar man een bezoek aan onze boerderij. Ze leidt haar man rond binnen en buiten de boerderij. Trots toont zij de poepdoos en zegt: "Kijk, op deze WC heeft Napoleon nog gezeten!"
----------------------------------------------
Toevoeging:
21 Oktober 1811 genoot Naarden ‘het onschatbare geluk’ keizer Napoleon Bonaparte te mogen ontvangen en hem de vestingwerken te tonen. Na deze tocht vertrok het hele gezelschap naar het huis van J.P. Thierens - het huis waar nu het Stads- en streekarchief in Naarden is ondergebracht - alwaar verversingen werden aangeboden.
Sekreet : Oudhollands woord, betekent: Plee, Beste Kamer, Poepdoos, WC.
Beleg van Naarden November 1813 - Mei 1814.
----------------------------------------------------
Startpagina: Geschiedenis van Gooiland en de Erfgooiers
Na het bombardement van Rotterdam in mei 1949, wordt een aktie ontketend om kinderen van de slachtoffers tijdelijk elders onder te brengen. Mijn zussen krijgen het voor elkaar, dat ons gezin een meisje opneemt. Zomer 1940 komt 'n Rotterdammertje bij ons in huis. Het 13-jarig evacueetje heet Henny en heeft de leeftijd van mijn jongste zus. Ze blijkt achteraf gelukkig niet uitgebombarderd te zijn, maar ze is daarom niet minder welkom. Het moet voor een stadsmeisje anno 1940 een hele overgang geweest zijn. Vanaf een bovenhuis naar een boerderij in de Vesting Naarden. Onze boerderij was een van de achttien die tussen de woonhuizen in de smalle straatjes stonden. De bebouwde kom binnen de vestingwallen was een apart wereldje. In vele opzichte vormde het een armelijk ouderwets reservaat temidden van welvarende villawijken. De getrouede vrouwen sprak men aan met juffrouw , uitgezonderd de echtgenotes van de notabelen en/of de forenzen uit de villawijken. Veelvuldig waren de onverklaarbaar bewoonde woningen. Boven de deur van zo'n krot hing een groot wit bord met zwarte letters met de misleidende tekst: ONBEWOONBAAR VERKLAARD.
Vesting boerderij.
Bij onze bouwvallige 17e eeuwse boerderij ontbreekt het bord. Onze houtwurmen houden elkaar bij de hand om hun voedselbron niet te laten instorten. Voedsel genoeg in het zware eiken gebinte van de hoge kapconstructie. 's Winters als het sneeuwt, moet er sneeuw geruimd worden .... op de vliering, hooizolder en hilder. Bij sneeuwjacht wordt de stuifsneeuw tussen de open dakpannen naar binnen geblazen. Het gebouw is wel schilderachtig. Verschillende kunstschilders hebben de achterzijde vereeuwigd, met de toren van de Grote kerk als achtergrond. De boerderij van 26 X 13 meter, bestaat vooral uit de koeienstal en hooischuur. Het woongedeelte, met een 19e eeuwse indeling, is maar klein. Er zijn drie bedsteden, waarvan er maar een als slaapplaats dient. Mijn ouders slapen in de opkamer met wit gekalte muren en een tegelvloer. Onder die vloer ligt de gewelfde kelder, gevuld met weckflessen en grote keulse potten. Er is een voorkamer, die hoewel geen pronkkamer, zelden gebruikt wordt. Gehuisd wordt in de donkere achterkamer, het daglicht komt doore een raam met kleine sponningen. In het keukentje is geen kraan of pomp. Buiten op het ruime erf is wel een grote houten pomp met koperen tuit en een regenwaterput. Ook staan hier de bijgebouwen, een grote wrakke schuur en een melkhok met aangebouwd afdak.
Wasfornuis en plee
Onder het afdak staat een ouderwets stenen wasfornuis met ingemetselde halfronde ketel. Zacht waswater wordt met een akertje uit de waterput opgehaald en tien meter verderop in de ketel gegooid. Gestookt wordt met takkenbossen en afvalhout. Naast het wasfornuis, achter een scheefgezakte deur, bevindt zich de plee. In dit hokje staat de poepdoos, een houten zitkist met een rond gat. De ruimte is goed geventileerd door de kieren tussen de planken van de wanden. Een bezoek eraan in de winteravonden is geen genoegen. Het is een hele expeditie, gewapend met een brandende kaars in een blaker, wel 12 meter over het spiegelgladde erf. Op zo'n koude avond is mijn broer met een flakkerd kaartsje op de plee aangeland. Daar veroorzaakt hij paniek bij de buren. De buurvrouw, in de naastgelegen tuin, ziet vlammen oplichten achter de houten wand en roept: "Brand!". Mijn broer dooft snel de kaars en houdt zich stil. De buren gaan met een knijpkat-lantaarn op zoek naar de vlammen!
Valse romantiek.
Niet alleen de woon- en werkruimte ademt de oude tijd. Oudjes vertellen over gebeurtenissen die zij alleen uit overlevering kennen. Verhalen teruggaand tot aan de Franse tijd. Mijn grootmoeder vertelt hoe tijdens het beleg van Naarden (1813) Franse soldaten het nabij gelegen Bussum plunderden. Bij haar grootvader's knecht werden zelfs de zilveren knopen van zijn broek gerukt. Als een oud-tante op haar praatstoel zit, komt het bezoek van Napoleon aan Naaren ter sprake. Er doet ook een verhaal de ronde over de vrouw van koning Willem I. Zij zou, bij het tolhuis aan de Amersfoortse straatweg, een sanitaire noodstop gemaakt hebben. De po waarin zij plaste, kreeg bij de tolgaardersfamile eenn ereplaats.
In deze voor haar sterk verschillende omgeving, belandt nu ons Rotterdammertje. Henny ziet romantiek in wat wij als dagelijkse werkelijkheid ondervinden. Dat valse beeld onderkennen de boeren allang voor het typetje van Paul van Vliet. Paul laat een boertje zeggen: "Dat zijn leuke dingen voor de mensen". Op de boerderij camping speelt de man
steeds in op de romantische voorstellingen over boeren door buitenataanders.
Als mijn vader het meisje de poepdoos wijst, verzint hij ter plekke een fabeltje. Hij wil het geval enig cachet geven, omdat ons hele gezin zich ervoor geneert. De fabel is waarschijnlijk geent op 'n variant van de koninklijke pispot. Vader maakt het meisje wijs, dat Napoleon op deze poepdoos heeft gezeten. Dat zou gebeurd zijn tijdens diens inspctie van de vestingwerken. Op Henny maakt dit verhaal blijkbaar diepe indruk. Jaren later, volwassen geworden en getrouwd, brengt Henny met haar man een bezoek aan onze boerderij. Ze leidt haar man rond binnen en buiten de boerderij. Trots toont zij de poepdoos en zegt: "Kijk, op deze WC heeft Napoleon nog gezeten!"
----------------------------------------------
Toevoeging:
21 Oktober 1811 genoot Naarden ‘het onschatbare geluk’ keizer Napoleon Bonaparte te mogen ontvangen en hem de vestingwerken te tonen. Na deze tocht vertrok het hele gezelschap naar het huis van J.P. Thierens - het huis waar nu het Stads- en streekarchief in Naarden is ondergebracht - alwaar verversingen werden aangeboden.
--------------------------------------------------------
Sekreet : Oudhollands woord, betekent: Plee, Beste Kamer, Poepdoos, WC.
Beleg van Naarden November 1813 - Mei 1814.
----------------------------------------------------
Startpagina: Geschiedenis van Gooiland en de Erfgooiers